Diabetes Desk

Winkelwagen 0
€ 0,00

De beste prikplek is geen vaste prik

Injectie van Insuline

Waarom afwisselen belangrijk is

Bij diabetes komen prikken en/of spuiten vaak dagelijks voor. Of het nu gaat om insuline-injecties of het meten van je bloedsuiker: je huid krijgt het flink te verduren. Veel mensen gebruiken uit gemak steeds dezelfde plek, maar dat is juist wat je beter kunt voorkomen. In dit artikel lees je waarom het zo belangrijk is om van prikplek of injectieplek te wisselen, hoe je dat op een slimme manier doet én welke rol naaldlengte en naaltdikte daarin speelt.

Wat gebeurt er als je steeds op dezelfde plek prikt/spuit?

Wanneer je steeds op dezelfde plek prikt of spuit kan er onderhuids littekenweefsel ontstaan. Dit wordt lipohypertrofie genoemd: een verdikking van het vetweefels onder de huid. De plek kan hobbelig aanvoelen, iets verkleuren of zelfs pijnlijk worden. Dit kan vervelende gevolgen hebben:

  • Insuline wordt mogelijk minder goed opgenomen
  • Bloedsuikerwaardes kunnen onvoorspelbaarder worden
  • De desbetreffende plek wordt te gevoelig of juist erg ongevoelig
  • Injecteren wordt pijnlijker en minder effectief

Het kan zijn dat je iedere keer op dezelfde plek prikt of spuit om 'schade te beperken', maar het tegenovergestelde is waar.

Hoe herken je lipohypertrofie?

De plek voelt vaak steviger of bobbelig aan. Soms zie je lichte verkleuring of verdikking. Wil je zeker weten of je dit hebt? Controleer dan de huid regelmatig met je vingers en kijk of er verschil zit tussen verschillende prikzones. Bij twijfel kun je altijd je arts of diabetesverpleegkundige laten meekijken.

Hoe wissel je slim van spuit- en prikplek?

Het advies is om bij elke injectie of vingerprik een andere plek te gebruiken.

Bij insuline:

  • Wissel tussen zones: buik, bovenbenen, billen, bovenarmen. Wissel alleen tussen zones als dit besproken is met de arts of diabetesverpleegkundige, nu de verschillende zones van invloed kunnen zijn op de werkzaamheidssnelheid van de insuline
  • Binnen een zone: prik telkens zo'n 1-2 centimeter van de vorige prikplek
  • Maak eventueel een schema voor jezelf met de priklocaties (zie afbeelding hieronder)

Schema Injectieplaatsen

Bij vingerprikken:

  • Gebruik de zijkanten van je vingertoppen (dit is ook minder pijnlijk)
  • Wissel van hand én van vinger
  • Gebruik elke vinger pas weer na enkele dagen

Naaldlengte en gauge: wat past bij jou?

De naaldlengte bepaalt hoe diep je injecteert. De meeste pennaalden hebben een lengte tussen de 4 mm en 12 mm. Het meerendeel van de mensen gebruikt een pennaald met een lengte van 4 mm of 5 mm, deze bieden als voordeel dat het risico op prikken in de spier verkleind wordt. De te gebruiken lengte wordt ook beïnvloedt door de dikte van de huid/huidplooien. De diabetesverpleegkundige of arts adviseert over het algemeen aan de hand van jouw lichaam een pennaaldlengte. 

De gauge van een naald geeft de dikte van de naald aan. Hoe hoger het getal, hoe dunner de naald. Zo is een 32G naald dunner dan een 30G naald. Dunnere naalden bieden als voordeel dat de prikervaring comfortabeler is, ze kunnen vanwege het dunner zijn wel iets kwetsbaarder zijn. Tip: Als prikken pijnlijk of of lastig is, overweeg dan een andere naaldlengte of gauge, dat kan een wezenlijk verschil maken in de prikervaring. We bieden via onze webshop pennaalden en lancetten tegen de allerlaagste prijs. 

Laat je huid herstellen

Naast het wisselen tussen de prikplaats/injectieplaats adviseren we ook om gebruik te maken van een hydraterende crème. Een hydraterende crème helpt bij het herstel van de huid. Gebruik de crème ná de injectie/prik. Denk bijvoorbeeld aan TENA body crème, geschikt voor dagelijks gebruik.